βt Olde Staduus heb ik sinds haar bestaan altijd een beetje ter kennisgeving aangenomen.
Het is mooi voor de mensen die er iets mee hebben en er voor talloze activiteiten terechtkunnen, maar onze paden zouden elkaar nog niet kruisen. Was mijn gedachte.
Ik had alleen even gerekend buiten Jan van Nassau, de meneer die Genemuiden 750 jaar geleden stadsrechten schonk. En omdat Jan ons dat destijds schonk, werd het hoog tijd dat de inwoners ook iets ingeschonken zouden krijgen. Gewoon, een tentje op het Havenplein met muziek. Dat was het idee.
Het tentje werd een tent. En muziek werd uiteindelijk een hele rits aan lokale en niet zo lokale artiesten. En dat is leuk, mÑÑr die muzikale talenten (én Buurman&Buurman) moet je ook ergens opvangen zodat ze zich in alle rust en onder het genot van een hapje en drankje kunnen transformeren van burger tot artiest.
We spraken over units rondom de feesttent. Niet echt gezellig, het oogt niet fantastisch en je hebt ook nog werk om ze aan te sluiten op van alles en nog wat.
Tot we ons ineens bedachten dat dΓ© oplossing voor dit vraagstuk in 1967 al voor ons was opgelost. βt Olde Staduus. (Dat stukje βOldeβ was van 1967 tot en met 2001 overigens niet van toepassing.)
Met de stoute festivalschoenen aan stuurden we een mailtje, met uitleg over wat en hoe we van plan waren. En of ze eens mee zouden willen denken. Toen we daar werden uitgenodigd, wist ik nog niet dat de zolderverdieping gewoon doodleuk twee ruime kleedkamers met douches en een riante balzaal met keukentje had. Eigenlijk alles wat we voor ogen hadden. En voor de artiesten die we daar niet kwijt zouden kunnen? βOh, die kunnen dan wel in de trouwzaal toch?β, sprak βt Olde Staduus CEO Klasien Hoekman triomfantelijk. En zelf mochten we de vergaderzaal inrichten tot hoofdkwartier, geen overbodige luxe in de hectiek van zoβn weekend.
In dat feestweekend van 750 Jaar Stad Genemuiden, is het Olde Staduus voor mij veranderd van een gebouw dat er in mijn hoofd alleen was ter decoratie, naar een gebouw dat voor altijd in mijn hart blijft zitten en wat voor de rest van mijn leven onlosmakelijk verbonden blijft met dΓ‘t feestweekend.
Een beetje spannend vond ik het wel. Want ons groepje organisatoren en wonderlijke artiesten is wel even andere koek dan het optreden van Stereo of de Taptoe. Elke avond was βt Olde Staduus daarom bezet door één vrijwilliger die een oogje in het zeil hield.
En die beste man zat na de eerste feestavond, de donderdagnacht, rond een uur of half één net in alle rust te genieten van wat leesvoer voor de geest. Tot deze literaire consumptie opeens door een man of vijftien bepakt met kratten bier en schalen bittergarnituur ruw werd onderbroken. Hij legde verschrikt zijn boek weg en moet tien tellen gedacht hebben in een vage koortsdroom terecht te zijn gekomen. Twee minuten later nam hij bij het aanhoren van de smakelijke verhalen grinnikend een teug uit een blikje Cola Berenburg en griste een bitterbal van tafel.
Op de achtergrond sloeg het immense geraamte van een klok dat het de hoogste tijd was om naar huis te gaan, maar we besloten om de tijd even stil te laten staan. Hoe vaak komt het nu voor dat je in zoβn setting terechtkomt?
Daar, op dat moment, sloten de organisatie van 750 Jaar Stad en βt Olde Staduus elkaar geestelijk in de armen. Om elkaar tot zeker 800 Jaar Stad Genemuiden stevig vast te houden.
Column : Geschreven door Nick Hoekman