30-04-2001, Genemuiden
Tien jaar geleden op Koninginnedag was het een zwarte dag in Genemuiden, nl. Burgemeester Plomp liet toen de ME komen om de orde te handhaven in Genemuiden.
De orde was verstoord omdat Burgemeester Plomp vond dat het Bormmerrijden in de Koninginne-nacht verboden moest worden.
BREMAN.NET heeft beslag weten te leggen om exclusief beeldmateriaal over deze nacht, waarin de ME optrad in Genemuiden.
Het beeldmateriaal is totaal meer dan 45 minuten, maar we zijn ons bewust dat niet alles getoond kan worden, daarom hebben wij als BREMAN.NET een compilatie gemaakt van ongeveer 5 minuten.
Video : Anoniem Montage en bewerking : BREMAN.NET
Bron: NRC
GENEMUIDEN, 30 APRIL., Bij ernstige ongeregeldheden in het centrum van Genemuiden zijn vanochtend 47 jongeren gearresteerd. Zo’n tweehonderd jongeren raakten slaags met de politie die ingezet was om te voorkomen dat er traditionele brommerraces door het centrum werden gehouden …
Stukje over burgemeester…..PLOMP
TIN PLOMP, oud-burgemeester van Zwartewaterland:
Brommerraces
Als nieuwe burgemeester kreeg Plomp te maken met het dossier ‘brommerraces’. Volgens de traditie rijden jongeren in Genemuiden op de nacht voorafgaand aan Koninginnedag op brommers door de straten van het stadje. De jongeren rijden op brommers zonder uitlaat om op die manier zoveel mogelijk lawaai te maken. ‘De traditie van het rondrijden zonder uitlaat bestond al zo’n veertig jaar. Het is vergelijkbaar met de Luilaktraditie die in West-Friesland nog wel plaatsvindt in de zaterdagnacht voor Pinksteren. De traditie bestond dus van oudsher vooral uit het maken van zoveel mogelijk lawaai.’ Deze traditie veranderde al voor Plomps aantreden. Van een ludieke lawaai-actie werd het rijden zonder uitlaat van lieverlee een wedstrijd tussen opgevoerde brommers. ‘In de loop der jaren werden de brommers ontdaan van hun motor en er werden motoren van 100 tot 150 Cc onder gehangen. Daar werden snelheden mee bereikt van 120 tot 140 km/u, terwijl de brommers ondeugdelijk waren, niet waren berekend op de zware motoren, remmen onvoldoende functioneerden en de berijders zonder helm en in beschonken toestand aan de ronde door Genemuiden deelnamen.’
De rondrit veranderde in de loop der jaren tot illegale straatraces. Deze races waren voor Plomp de spreekwoordelijke hete aardappel die hij bij zijn aantreden van zijn voorganger kreeg doorgeschoven. ‘De gemeente Genemuiden wilde voorafgaand aan de herindeling niet tegen de brommerraces optreden. Men sprak uit dat de races op deze manier geen doorgang konden vinden, maar men trad niet op. Men heeft getracht in overleg met de jongeren de races in een gecontroleerde wedstrijd om te zetten, maar dat is niet gelukt. Men wilde gewoon zonder veiligheidsmaatregelen racen.’
Bij zijn aantreden trof Plomp dan ook een onhoudbare situatie aan die hij niet langer wilde tolereren. ‘Het was op dat moment politiek gezien onverkoopbaar om de races doorgang te laten vinden op de oude manier. Vlak na de rampen in Enschede en Volendam voelde iedereen aan dat het risico gewoonweg te groot was. De gemeenteraad stond 100% achter mij om de races met opgevoerde brommers te verbieden. We besloten streng op te treden tegen iedereen die toch met een opgevoerde brommer op pad zou gaan.’
Molotovcocktails
De avond van 29 april 2001 verloopt vervolgens anders dan verwacht. Plomp heeft
ter voorkoming van eventuele escalaties een noodverordening afgekondigd, waarin
3 de brommerraces nadrukkelijk worden verboden. Hij gaat die avond naar het crisiscentrum en houdt contact met de politie die een peleton ME-ers achter de hand houdt. Tegen twaalf uur ’s avonds gaat het mis. In het centrum rond het oude gemeentehuis in Genemuiden breken rellen uit. ‘Er waren brandjes en er werd met molotovcocktails gegooid. Opa’s en oma’s en vaders en moeders kwamen met dure BMWs en Mercedessen met een kofferbak vol stenen naar het Stadhuisplein voor de belagers van het gemeentehuis en de ME. Wat begon met een rel over de brommerraces mondde uit in een echte volksopstand. Het oude gemeentehuis liep grote schade op. De politie pakte die avond en nacht 23 mensen op.’
De rellen waren het begin van een lange, ellendige periode waar Plomp met het nodige ongeloof op terugkijkt. ‘Zoals gesteld vervullen markante figuren in reformatorische gemeenschappen als Genemuiden een belangrijke gezagsrol. In Genemuiden is die rol weggelegd voor de heer Breman, zo ongeveer de machtigste man van Genemuiden en wel de ongekroonde koning van Genemuiden genoemd. Hij is oud-wethouder en directeur van een van de grootste ondernemingen van Genemuiden. Die meneer Breman stond op de bewuste nacht op het plein voor het stadhuis en heeft de mensen opgejuind met kreten als ‘steek het gemeentehuis in brand’ en ‘verzuip de burgemeester in het Veergat’. Dat blijft in zo’n nacht waarin de gemoederen verhit zijn niet zonder uitwerking. Mede door Bremans optreden en de invloed die hij binnen de gemeenschap heeft, is de relatie tussen mijzelf en de bevolking verstoord geraakt. Daarbij speelde mee dat Breman de brommerraces heeft aangegrepen om zijn woede te uiten over de herindeling, waar hij fel tegenstander van was. De races fungeerden slechts als katalysator voor de weerzin tegen de herindeling en het einde van Genemuiden als zelfstandige gemeente.’
In de dagen na Koninginnedag blijft het onrustig. De ME blijft in Genemuiden aanwezig en op diverse avonden komt het tot een treffen met de plaatselijke bevolking. Later die week wordt ook een werkplaatsje waar molotovcocktails worden bereid opgerold. ‘Uiteindelijk zijn degenen die op de nacht voorafgaand aan Koninginnedag zijn opgepakt redelijk goed weggekomen. De rechter twijfelde met name aan het feit of de noodverordening wel duidelijk bekend was gemaakt.’
In de roerige dagen na Koninginnedag houdt Plomp op vier mei een toespraak bij het
monument voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. ‘Ik heb in overleg met de politie en de gemeenteraad besloten dat ik, ondanks alle gebeurtenissen, bij de Dodenherdenking in Genemuiden aanwezig wilde zijn. Ik werd daarin gesteund door de voltallige raad. Vanwege alle spanningen werden mijn vrouw en ik met een grote limousine opgehaald en werden wij op weg naar de herdenking omringd door stevige bodyguards. Het heeft een surrealistisch, bijna filmisch beeld. Het was een tocht die ik van mijn leven niet zal vergeten. Terwijl wij ons op de stille omgang en de kranslegging richten zie je vanuit je ooghoek jongeren hard rondrennen, achterna gezeten door de politie.’
Terugkijkend gaf de beveiliging op het moment zelf wel een veilig gevoel, maar bleek op de lange termijn dat de beveiliging van Plomp door de bevolking vooral als een provocatie werd gezien. Het werd een nieuwe barrière in de steeds verder vertroebelende relatie tussen burgemeester en de plaatselijke bevolking.