Al lange tijd rammelt het openbaar vervoer in Overijssel: bussen en treinen komen te laat, rijden ineens niet verder of komen helemaal niet meer opdagen. Reizigers kunnen daardoor niet van een betrouwbare en goede dienstregeling op aan. De Statenfracties van de ChristenUnie en PvdA dienen een motie in om te investeren in de kwaliteit van het openbaar vervoer.
Momenteel zijn er meerdere consequenties voor vervoerders wanneer er iets misgaat in het openbaar vervoer. Ritten die niet worden uitgevoerd, worden bijvoorbeeld door de provincie niet uitbetaald aan de vervoerder. De provincie kan daarnaast de vervoerders boetes opleggen bij het niet nakomen van de afspraken in het gesloten contract: de concessie. Dit heeft Overijssel, samen met de provincies Flevoland en Gelderland, afgelopen september gedaan bij EBS: het vervoersbedrijf dat in die drie provincies het busvervoer deels in handen heeft. EBS kreeg een boete van 3,5 miljoen euro vanwege de rituitval en het niet op tijd rijden van de bussen in 2023. Er bestaat een goede kans dat ook over dit jaar boetes uitgedeeld zullen worden aan de (bus)vervoerders.
Het geld dat door het niet presteren van vervoersbedrijven door de provincie wordt bespaard en dat extra binnenkomt, vervalt nu naar de Algemene reserves. De Overijsselse Statenfracties van de PvdA en de ChristenUnie willen dat deze gelden terug worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het openbaar vervoer en dienen daartoe een motie in bij de begrotingsbehandeling in de Statenvergadering van woensdag 13 november. “Reizigers in Overijssel zijn nu al zo lang ontzettend hard de dupe van wanprestaties van de vervoerders,” vertelt Statenlid Emma Peetsma namens de PvdA. “Het openbaar vervoer moet betrouwbaar en toegankelijk zijn voor iedereen, maar mensen worden het OV uitgejaagd. Daarom willen wij dat het geld wordt ingezet voor verbeteringen die specifiek de reiziger ten goede komen. Het is dus ook niet de bedoeling dat wij de gaten voor de vervoersbedrijven zelf gaan opvullen.”
Statenlid Reinier Mulder (ChristenUnie) vult aan: “De provincie heeft de taak om voor goed openbaar vervoer te zorgen. Met de problemen bij de vervoersbedrijven valt niet bepaald te spreken van goed OV. Wij willen dat de provincie daarom de handschoen oppakt. Wij vinden bovendien: geld dat voor openbaar vervoer bestemd is, moet ook worden besteed aan openbaar vervoer. Te denken valt aan het verbeteren van stationsomgevingen en het stimuleren van buurtbussen.”
De fracties vragen Gedeputeerde Staten in de motie in beeld te brengen op welke manieren het “OV-geld” terug de bus en trein in kan. De motie zal worden aangenomen; een meerderheid van Provinciale Staten dient deze in.