De meeste ooievaars hebben hun trek vanuit Afrika richting nesten in Nederland weer gemaakt; vorige week waren ze op de Kamperzeedijk, op het Hogeland kwamen ze al wat eerder.
En hier zit een verhaal aan vast: zo’n 15 jaar geleden plaatste Harry v. Dijk voor zijn woning aan het Hogeland een ooievaarsnest, hopend dat het snel betrokken zou worden.
Dat liet echter even op zich wachten, waarop Harry een ‘truc’ bedacht om het toch bezet te krijgen.
Omdat ooievaars de voorkeur geven aan een gebruikt nest, moest het er dus zo uit gaan zien, en door er met wat overgebleven witte saus overheen te spatten gaf dat de indruk dat het al eerder dienst had gedaan.
Dit werkte, en een ooievaars-koppel maakte er gebruik van, sindsdien komt meestal eerst het mannetje aangevlogen, paar dagen later het vrouwtje.
Het mannetje is na al die jaren nog steeds dezelfde, het eerste vrouwtje is na 6 jaar doodgegaan, haar plek is overgenomen door een andere.
Momenteel is het stel druk bezig het nest af te bouwen en als straks het broeden begint, meestal na het tweede ei, zal het continu bezet blijven; broeden en voeden doen ze allebei.
Mollen en muizen hebben de pech vaak op het bord te belanden , maar ook een adder of andere vogels staan op het menu.
De leg zelf bestaat uit zo’n 4 eieren, maar tussen het eerste en laatste ei zitten een paar dagen, waardoor die laatsten het kwetsbaarst zijn en uiteindelijk overleven meestal zo’n twee kuikens het, die eind augustus naar Afrika vliegen; het paar zelf meestal paar weken later.
Voor die tijd zijn de kuikens al geregistreerd en geringd, en worden de gegevens opgeslagen in een databank in Arnhem.
Het ooievaarsnest zelf wordt naast het ooievaarspaar ook nog eens gebruikt door mussen die er ook nestjes in maken.
Een jaar zat er zelfs een spreeuw bij; helemaal bijzonder.
Zo gauw het mag en mogelijk is om foto’s van de kuikens te maken zullen die geplaatst worden.
Tekst en foto’s: Hans Hilberts