Ondertussen is iedereen wel weer terug van een fijne zomervakantie in eigen land of buitenland, heerlijk genoten van zon, zee en vrije tijd.
De temperaturen zijn nog steeds heerlijk en dus kunnen we nog fijn nazomeren.
Want wat velen niet weten, is hoeveel moois hier (omgeving Genemuiden) nog te ontdekken is.
Pak gewoon je fiets, geef je banden nog even wat nieuwe lucht, en ga..
In de PieperPolder vind je bijvoorbeeld boerderij ‘Het Kamperriet’.
Het Kamperriet is naast een melkveebedrijf ook een mooie ontmoetingsplek voor mens en natuur.
Op de Pieper volg je gewoon de weg, en het meest bijzondere is, dat je op een gegeven moment niet verder kan fietsen.
De weg houd er echt op, en als je dat punt heb bereikt, dan ben je bij Boer Vos, van het Kamperriet.
Via een smal paadje met groen overhangend wilg loop je naar het sprookjesachtige houten hekje.
Wanneer je deze opent, stap je in de wondere groene wereld, die in een straal van een aantal kilometers ligt van je eigen huis.
Een oase van rust, en vele herkenbare punten overvallen je.
De windmolen die je vanuit je kamer wel ergens ziet staan, en “de gedenknaald” staan hier voor je neus.
Hier is het allemaal, het mooie Zwarte Meer, en het Vogeleiland.
We zetten onze koers door naar de vogelkijkhut, die aan het eind van de dijk staat, dapper lopen we over de sloot, waar een zwerm muggen boven zweeft, een kikker steekt zijn kop uit het water.
Koeien kijken ons aandachtig aan, en achter de dijk ligt een boot aangemeerd, deze mensen hebben het geheim ook al ontdekt..
Op de dijk is het gras gemaaid, we steken onze neus erin, de geur is goed, het kan aan de bult. Kikkervisjes hebben hun staart verloren en springen nu om onze voeten.
We kijken om ons heen, zoeken naar wat, nu waar precies ligt, en zwaaien naar de vele bootjes die langs varen.
Aangekomen bij de vogelkijkhut, openen we de luiken van het gluurraam, en gaan rustig zitten.
Het zwartewaterwindje is heerlijk verfrissend, en het uitzicht is ondanks dat het niet helemaal helder is, prachtig. Een roofvogel hangt in de lucht, op zoek naar een prooi.
We zitten er fijn, alleen de koffie ontbreekt, dus gaan we toch maar in de benen weer.
We sluiten de hut weer af, en lopen over de dijk terug.
Er komt een trekker aangereden, het is Boer Vos. Eigenlijk maakt dit het uitje helemaal af, als Boer Vos besluit je bij te praten over al het groene geluk hier op de dijk.
Vol passie weet hij je helemaal bij te praten, over wat er allemaal gebeurd. Zo verteld hij dat hij ’s ochtends vroeg vaak de herten treft, want het is nu bronstijd.
Deze week nog zag hij ze overzwemmen, en met veel snelheid elkaar achtervolgen in het land.
Wij hebben het niet met eigen ogen gezien, maar toch beleven we het levensecht.
De keizerarend die er afgelopen winter was, heeft hij nu nog niet aangetroffen.
Wel trekken er iedere avond rond een uur of half 9 vanuit alle hoeken en gaten groepen spreeuwen over, wanneer de zon ondergaat, dalen ze neer in het rietveld, hij vermoed dat daar vergaderd wordt voor de vogeltrek.
Door de enorme droogte waren er heel veel sprinkhanen op de dijk, deze lijken nu te zijn verdwenen.
De temperaturen zijn weer wat gedaald, en ze moeten natuurlijk ruimte maken voor de muizen. Want de dijk is voor de muizen in de winter bestemd, hier zitten ze dan hoog en droog.
Boer Vos raakt niet uitgepraat, maar de plicht roept.
Wij lopen de dijk af, en stappen weer op onze fietsen, besluitend gauw weer te komen, en de natuur in herfstvorm te aanschouwen.
Op de terugreis pakken we nog even een bankje, waar we op afstand de dijk zien, waar we net nog liepen.
Verslag en foto’s van onze reporter : Jansje