Pascal Eenkhoorn en Tim Naberman. Twee namen die we in Genemuiden allang kennen. Maar nu… nu kent héél wielerminnend Europa ze. En terecht. Want laten we dit even goed op ons in laten werken: twee jongens uit ons eigen Genemuiden, yep, gewoon uit onze stad (!), fietsen mee in dé Tour de France. De Tour! De allerhoogste wielerklasse. Het podium van bloed, zweet, tranen, Franstalige hellingen, valpartijen, regen, én bedrukkende hitte. En zij zijn erbij. Onze jongens!
Beseffen we eigenlijk wel hoe bizar bijzonder dit is?
Zelf heb ik niks met fietsen. Mijn carrière als wielrenner duurde twee ritten: de eerste eindigde met een moeizaam ‘uitklikmoment’ (lees: langzaam maar pijnlijk onderuit op het asfalt), en de tweede rit was een soort mini-Tour langs Kampen waarbij ik ineens meefietste met een groepje waarin, jawel, Pascal en Tim zaten. Samen met hun competitieve vaders. “Nee joh, dat kun je prima!” werd er nog bemoedigend geroepen. Mijn benen dachten daar anders over. Sindsdien ben ik solofietser. Of eigenlijk: ex-solofietser.
Maar wat me sindsdien is bijgebleven: die energie, die vastberadenheid, die blik in hun ogen. En dat was dus nog even voor er een Franse klim aan de horizon verscheen.
Na ondertussen 18 etappes Tour de France mogen we ons als plaatsgenoten best eens afvragen: hoe dan?! Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat twee jongens uit één Zwartewaterstadje deze grootste wielerwedstrijd van de wereld trotseren? Is het dat eindeloze gefiets naar Zwolle voor school (tegen de wind in, dwars door Mastenbroek)? Is het de mentaliteit van ons harde werkers, waar we de mouwen niet oprollen maar gewoon zonder mouwen beginnen? Of komt het simpelweg door de tomeloze inzet van ouders, die jarenlang hun weekenden opofferden aan regenachtige rondjes over weilandparcoursen, eindeloos partytenten opzettend en natte regenjassen in de achterbak?
Wat we wéten: bij zowel de Eenkhoorns als de Nabermannen werd er volop gefietst. Niet alleen Pascal en Tim, maar ook broertjes en zusjes die fanatiek meededen. Kortom, in deze huishoudens geen Playstation, maar een fietspomp die vaker werd gebruikt dan de afstandsbediening.
En dan was er natuurlijk Wielervereniging De Noord West Hoek. Want dáár werd het fundament gelegd. Onder de bezielende leiding van trainer Henk Wind, die meer jonge talenten gevormd heeft dan menig profploeg, kregen Pascal en Tim daar hun eerste rondjes koersbenen. Met steun van trouwe sponsor Palet, en een legioen vrijwilligers dat wekelijks klaarstond met hesjes, stopborden, chocomelk, veiligheidsspeldjes en bemoedigende woorden. Daar leerden ze afzien, samenwerken, demarreren én weer opstaan na een val. Daar ontstond die liefde voor de sport. Die ploeg is een kweekvijver van talent én karakter.
Zelfs als je niks met wielrennen hebt (en dat heb ik dus niet), voel je de trots. En ja, we zagen Tim onlangs bij De Avondetappe naast Dione zitten, relaxed, kalm, volwassen. Maar ergens voelde het interview… een tikkie mager. Misten we niet iets? Die échte lokale trots? Die kneuterige anekdote over hoe ze als ukkie op oude fietsen door de straten van Genemuiden raceten? De uitleg over hoe het komt dat uitgerekend óns dorp, en onze club, twee Tour-deelnemers voortbracht?
Misschien heb ik die verhalen gemist, misschien zitten ze verborgen in de juiste interviews (waarvan het algoritme mij voorbijgaat, als niet-fietser), maar ik roep op: breng die verhalen naar voren! We zagen Henk Wind al langskomen als trotse jeugdtrainer – en terecht. Maar waar blijven de verhalen van de rondemissen die hoopvol met bloemen (& kussen) klaarstonden? Van de fietsenmakers of opa’s die nog even snel een bandje plakten voor de start? Van de moeders die hele zaterdagen in de berm doorbrachten met koffie, cake en klamme handen van de spanning? Dát zijn de verhalen die ons kippenvel bezorgen. Die herkenning oproepen in elk huishouden, op elk sportveld. Dáár ligt de ziel van deze prestatie.
En dan vergeten we bijna dat achter die wielerhelden ook gewoon twee nuchtere kerels schuilgaan. Pascal, die binnenkort vader wordt, hoe mooi is dat? En Tim, wiens vriendin Britt, ondertussen haar eigen carrière en studie (meer dan) in de lucht houdt terwijl hij de bergen bedwingt. Want hoe bijzonder het leven als profwielrenner ook lijkt, het is óók keihard werken, veel van huis zijn, leven uit een koffer en voortdurend onderweg. En als ze dan eens thuis zijn? Dan ploffen ze, heel menselijk, gewoon op de bank. “Rustdag,” noemen ze dat. En eerlijk: die hebben ze méér dan verdiend.
Want ooh jongens, wat zijn we trots. Of je nou wel of geen fietsliefhebber bent, het raakt ons allemaal. We glunderen, we juichen, we roepen tegen de tv alsof we naast jullie in de volgwagen zitten.
Dus, Pascal en Tim: draag die Geallemuniger vlag (750 jaar stad dit jaar) met trots. Jullie zijn helden. Voor de jeugd, voor de fans, voor de nuchtere buurman, voor de harde werkers van De Noord West Hoek én voor de ex-solofietsers onder ons.
À bientôt in Parijs – en kom dan alsjeblieft even zwaaien met een vlaggetje. Van Genemuiden.
Collum geschreven door : Linda Peute