Gisteren heeft onze fotograaf de zwarte Ibis gespot in Mastenbroek. Voor Nederland is het een zeldzame vogel.
Normaal zit deze vogel in Afrika.
Klik hier voor de foto’s van Gijs Leusink
Kenmerken:
Zwarte ibis
Glossy Ibis, Plegadis falcinellus – Ibissen (Threskiornithidae)
De zwarte ibis is een opportunistische soort van Zuid-Europa. De zwarte ibis kent enorme populatiefluctuaties. Rond 2000 waren veel Zuid-Europese populaties sterk geslonken; tien jaar later zijn die populaties alweer sterk groeiende en worden broedpogingen gemeld in Noordwest-Europa. De soort is onmiskenbaar door zijn donkere kleur en kromme snavel.
Snel naar informatie over:
Herkenning
De combinatie van donkere, middelgrote reigerachtige vogel met lange kromme snavel sluit elke andere inheemse soort uit. Vogel is niet zwart (al kan het wel zo lijken), maar glanzend bruin op kop, nek en rug. De vleugels zijn glanzend groen. Adult zomerkleed heeft witte strepen vanaf oog rondom snavel; winterkleed wordt minder glanzend (bruinzwart) en krijgt witte streping op kop en nek. Juveniele vogel als adult winter maar uniform dofgroen zonder kleurverschil in lichaam en vleugel. In vlucht goed te herkennen aan kromme snavel, lange nek en lange poten, maar lijkt op aalscholver in vlucht.
Geluid
Zwijgzaam, soms wat gekraak en geknor.
hoogte 48,5-66 cm, spanwijdte 80-95 cm
Leefwijze
Broeden
Broedt april-juni, vaak met andere reigers, in bomen naast moeras. Heeft één legsel met meestal 3-4 eieren (2-6). Broedduur 20-23 dagen. Koloniebroeder. Heeft nest van riet en takjes bekleed met bladeren en plantaardige materialen in bomen naast moeras (bijv. wilg), vaak in de buurt van reigersoorten of ooievaars. Jongen vliegvlug na 25-28 dagen.
Leefgebied
Moerassen, ondiepe meren, lagunes, soms kwelders, en natte weilanden met sloten. Overnacht en broedt in bomen hier niet ver vandaan, zoals wilgen en tamarisken.
Voedsel
Dieet beslaat voornamelijk insecten, zoals watertorren, bootsmannetjes, libellen (larven maar ook imago’s), vliegen, sprinkhanen, krekels en schietmotten; soms ook krabben, kreeftachtigen en kleine vissen. Foerageert vaak als een strandloper of ruiter, lopend en continu pikkend, maar soms ook zoals een reiger.
Vogeltrek
Normaliter trekvogel. Vogels uit Zuid-Europa overwinteren in Marokko en Afrika bezuiden de Sahara. Kan soms in grote, dwarrelende groepen trekken, minder strak dan ganzen, kraanvogels of reigers, meer als aalscholvers. Steeds vaker blijven groeiende populaties in Zuidwest-Europa (Spanje en Zuid-Frankrijk). Vertoont ook nomadische trekbewegingen waardoor snel nieuwe gebieden worden gekoloniseerd.