Kunstenaars en Tapijtmuseumvrijwilligers werken samen in een Ambachtenlab
GENEMUIDEN – Kunstenaars Carolien Evers en Ruben Warnshuis werken momenteel nauw samen met vrijwilligers van het Tapijtmuseum in Genemuiden. Ze onderzoeken in een zogenoemd Ambachtenlab of de werktuigen en machines uit het museum ook geschikt zijn voor andere materialen dan biezen en kokos- en sisalgarens. Bovendien kijken ze of nieuwe technieken bruikbaar zijn voor de traditionele Genemuider materialen.
Doel van het Ambachtenlab is om de kennis over en de kunde van de oude materialen en de verwerkingstechnieken vast te leggen en door te geven. Het project is belangrijk voor de toekomst van het Tapijtmuseum. “De kracht van ons museum is dat vrijwilligers hun oude ambachten kunnen demonstreren. Maar er komt een tijd dat de mensen die nog op zolders en in de oude fabrieken werkten, er niet meer zijn. Daarom willen we hun kennis borgen en overdragen op nieuwe generaties. En tegelijkertijd zoeken we naar nieuwe mogelijkheden om ons museum aantrekkelijk te houden”, vertelt secretaris Reinier van de Pol tussen de weefgetouwen en pennenmattenramen.
Boek en Ambachtenlab
Het Tapijtmuseum werkt daarom met steun van de provincie en het Oversticht aan het project ‘Het borgen van kennis en kunde’. Het eerste product daarvan is een boek waarin oudere Genemuidenaren vertellen over hun arbeidsverleden in de biezen, de kokos en de sisal. Het tweede onderdeel is dus het Ambachtenlab voor het doorgeven van de vaardigheden die nodig zijn bij het uitvoeren van oude vlecht- en weeftechnieken. En daarvoor komen de twee kunstenaars een keer of tien naar Genemuiden. Ze experimenteren er samen met de vrijwilligers op los.
Textielkunstenares Carolien Evers werkt dit keer samen met Henk Last aan een poef. Ze gebruiken niet alleen biezen, maar ook een vlecht van jute, wol en vlas. De combinatie levert een bijzonder effect op. Eenvoudig is het niet, zegt Last. “De kleurencombinaties maken we op een oude vlechtmachine. Het duurt heel lang voordat je genoeg draad hebt”, vertelt Last, die zelf ook een prachtige poef van biezen maakte. Ook leverden de experimenten biezen tassen op. “Prachtige eyecatchers, maar er zitten zoveel uren in dat ze voor de consument nog niet te betalen zijn…”, weet Van de Pol.
Pennenmatten
Schoenenontwerper Ruben Warnshuis is ondertussen bezig op een pennenmattenraam. “Het is een prachtig toegankelijke techniek. Je kunt er heel intuïtief op werken. Jammer dat deze techniek voor de industrie niet meer rendabel is. Ik probeer vooral of je hiermee ook nieuwe producten kunt maken”, vertelt Warnshuis. Hij is onder meer bezig met een schoenzool. En dat is niet zonder reden. “Ik werk ook voor het schoenenmuseum in Waalwijk. De techniek voor het maken van een schoen is redelijk vergelijkbaar met die voor matten. Dat biedt mogelijkheden. Ook denk ik na over producten waarmee je de pennen uiteindelijk laat zitten. Het is ontzettend leuk om op deze manier te experimenteren.”
Workshops
Van de Pol hoopt dat het project de educatieve kant van het museum een impuls kan geven. “Het zou mooi zijn als dit experiment iets oplevert waarmee we verder kunnen. Binnenkort praten we daarover met het CIBAP in Zwolle: wellicht kunnen de leerlingen van die opleiding ook met de materialen en werktuigen in ons museum aan de slag. Ook denken we na over het geven van workshops. Ik denk dat er vast belangstelling is voor een korte cursus waarin je bijvoorbeeld een pennenmat leert maken. En op die manier geef je bestaande kennis ook weer door.”
De kunstenaars en de vrijwilligers zijn elke dinsdagmiddag vanaf half twee in het Tapijtmuseum aan het werk. Belangstellenden zijn van harte welkom om een kijkje te nemen bij het Ambachtenlab.